Al enige jaren probeer ik op diverse wijzen beursdeelnemers te activeren, vooral op het stuk performance. En van zowel klanten als collega’s uit de markt teken ik vaak de opmerkingen op in de trant van: O ja….dat John Cleese gedoe… of o ja jij doet ook nog wat met de mensen, of nee hoor mijnheer dat doen we zelf wel, of we hebben een mannetje intern die dit prima kan regelen. Nu laat ik me er niet door uit het veld slaan want een gezond credo is dat als iedereen rechtsafgaat het linksaf vaak heel mooi is, maar een beetje eng wellicht. Dus blijf ik doorgaan met roepen en trainen.
Maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik ook wel eens verbaasd ben en een beetje moedeloos wordt van vooral collega’s uit de branche die het blijkbaar niet snappen (althans dat is mijn mening natuurlijk). En dus onze klanten te slecht voorbereid de wei insturen. En zelfs twijfel slaat soms toe. Zou het dan toch allemaal anders zijn? En dan te bedenken dat een goede beursdeelname leid tot een volgende en daar plukken we allemaal de vruchten van.
Stopkracht van een beursstand
Nu had ik recent een mooie kans op met mensen van buiten de branche de proef op de som te nemen. Ik was gevraagd als jurylid van de stopkracht award van JBU. Samen met 2 mensen van buiten onze branche ( één was directielid bij marketing instituut SRM ) zaten we samen voor de criteria over stopkracht. We moesten ons beperken tot wat we zagen en konden dus niet naar de hele campagne kijken. Kort samen gevat: Wat zien we, wat gebeurd er als we iets doen en wat gebeurd er als we niets doen.
Ik had besloten om niet al te hard op mijn onderwerp te drukken en vooral te kijken hoe mijn medejuryleden reageerden. Mooi was het om te zien hoe ze in eerste instantie voor het mooi plaatje gingen. Mooie stands met goede visuals of een aantrekkelijke demo als stopper. Maar gaandeweg kwamen ze er achter dat er iets miste. Teksten als: Ja dit is wel mooi maar nu….. hoe nu verder? Of in de gevallen dat er wel wat gebeurde werd onze caravaan opgehouden omdat er weer een enthousiaste standmedewerker leeg liep over de eigenschappen van een product of dienst. Warbij meestal pas na 5 minuten de vraag kwam; en wat doet u eigenlijk?…..Eeeh wij zijn jury…..oh en heb ik nu gewonnen dan? Tja met weemoed liepen we verder.
Dus er werd meer en meer met een lach geroepen: nou jij hebt hier nog wat missiewerk te verrichten. En natuurkijk glimlachte ik en dacht; gelukkig wel.
De performance van de standbemanning gaf de doorslag
Tja, en de apotheose was helemaal mooi. We hadden een shortlist van 3 bedrijven. De stands hadden stuk voor stuk stopkracht en dus kwam het op de rest aan. 5 minuten voordat de beurs sloot wisten we het nog niet. Uiteindelijk heeft de standbemanning performance ook 5 minuten (of misschien wel juist 5 minuten) voor het einde van de beurs de doorslag gegeven.
Conclusie voor mij is dat mijn wanhoop mag blijven over de beperkte blik van sommigen, klanten en collega’s. En dat je dat pas tijdens de beurs zelf ziet, als de exposanten echt bezig zijn met hun deelname, dat er echt behoefte is voor aandacht aan hun persoonlijke performance.